maandag 1 december 2014

Strijdorganisaties

Feministische strijdorganisaties[bewerken]

Het feminisme van de tweede golf kende fundamentele kritiek op de beeldvorming over en behandeling van vrouwen in de toen gangbare hulpverlening. Klachten van vrouwen werden bijvoorbeeld te gemakkelijk afgedaan als ‘gezeur’ en ‘vaag’, en met medicijnen onderdrukt. Verhalen over mishandeling, verkrachtingincest of ANDER seksueel geweld werden niet serieus genomen; hulpverleners veronderstelden al snel dat de vrouw het zelf wel uitgelokt zou hebben, dat ze overdreef, dat dit er nu eenmaal bijhoorde of dat ze fantaseerden. Adviezen waren vaak gebaseerd op niet wetenschappelijk gefundeerde, stereotiepe ideeën over vrouwelijkheid,schoonheid, het huwelijk, mannengedrag, seksualiteitmoederschap en de natuurlijke bestemming van "de" vrouw in het gezin en de huishouding.
In allerlei opzichten werden vrouwenproblemen geïndividualiseerd en gemedicaliseerd, wat onder ANDERE resulteerde in onnodige opnames in de psychiatrie of onnodige verwijdering van baarmoeders. Feministen gingen ervan uit dat het ontstaan van dit soort problemen in eerste instantie niet bij de vrouw zelf lag, maar in de manier waarop de maatschappij was ingericht. Deze zienswijzen en kritiek werden niet alleen in woorden geformuleerd, maar kregen daadwerkelijk vorm door de oprichting van strijdorganisaties. Feministen zetten een landelijk net van wegloophuizen voor mishandelde VROUWEN (Blijf van mijn Lijf) op, de telefonische hulpdienstVrouwentelefoon en de opvang- en informatiedienst Vrouwen tegen Verkrachting. Deze voorzieningen waren alleen toegankelijk voor vrouwen vanuit de gedachte dat er beperkt geld en menskracht was en er bewust voor werd gekozen deze aan vrouwen te besteden. Voorts ging het er om de maatschappij bewust te maken van de onderliggende problemen: vrouwenmishandeling, geweld tegen vrouwen etc. en vrouwen de mogelijkheid te geven ervaringen uit te wisselen. Tenslotte konden zo ervaringen worden verzameld en nieuwe methodieken ontwikkeld.
Al deze organisaties zijn in de loop der jaren opgegaan in gewone hulpverlenende organisaties, vaak onder dwang van subsidiegevers. Hierbinnen bestaat nog een vakvrouwenhulpverlening.
In België kwamen het Vrouwenoverlegkomitee (VOK) en de Nationale Vrouwenraad in de aandacht, naast het grote succes van de "traditionele" vrouwenverenigingen (KAVSVVKVLV).
In Nederland waren actiepunten onder andere:
  • de vrouw beslist zelf over een abortus
  • gelijke beloning voor gelijk werk
  • openstelling van alle beroepen en opleidingen voor vrouwen
  • gelijke verdeling van huwelijks-goederengemeenschap bij echtscheiding
  • zichtbaar maken van de rol van vrouwen in de geschiedenis
  • vrouwenmishandeling uitbannen - strafbaar stellen en daders vervolgen
  • seksueel geweld uitbannen - meerdere vormen strafbaar stellen en daders vervolgen
Derde feministische golf: Vanaf de jaren negentig van de twintigste eeuw kwamen er stromingen op die zich benoemden tot derde feministische golf. Onder deze en andere noemers presenteerden zich diverse nieuwe en vernieuwende stromingen in het feminisme. Te noemen vallen:
  • Powerfeminisme; verzet zich tegen veronderstelde slachtofferhouding van feminisme. Hieronder valt ook Girl Power. Feministen van de tweede golf vermoedden dat deze stroming berust op een onjuiste analyse van, dan wel te weinig beschikbare informatie over, de eerdere golven.
  • Feministische bewegingen onder migrantenvrouwen die strijden tegen cultureel en/of religieus gemotiveerde achterstelling van vrouwen afkomstig uit bijvoorbeeld hetCaribische gebiedSomaliëTurkije en Marokko.
  • Stromingen van zelfbestemming bij jonge allochtone vrouwen. Vooral vrouwen wier persoonlijk leven zich in een islamitische cultuur afspeelt protesteren tegen heersende ideeën dat zij stelselmatig worden tegengewerkt bij het willen uitdrukken van hun eigen identiteit. Vooral over het in het openbaar dragen van een hoofddoek wordt gediscussieerd. Hoe heviger deze discussie wordt gevoerd, hoe sterker deze jonge vrouwen zich manifesteren om duidelijk te maken dat zij het zelf zijn die er voor kiezen binnen een bepaalde (islamitische) traditie te blijven. Zie verder het hoofdstuk feminisme en Islam.
  • Stromingen die ernaar streven 'sterke vrouwen' binnen de islam / islamitische cultuur door de jaren heen zichtbaar te maken.
  • Stromingen die zich richten op emancipatie van het ouderschap en daar ook mannen, vaders bij willen betrekken (emancipatie, feminisme).
  • Stromingen die zich richten op het vergroten van de keuzemogelijkheden voor vrouwen (en dus niet alleen op de betere deelname aan de arbeidsmarkt)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten